(Her)kennen

14 februari 2022 16:36

Soms vraagt herkennen geen enkele moeite. Zo herkende ik direct André van Duin, toen hij keuvelend met zijn partner, één van de vier liften op de vierde etage van het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis verliet. We wisselden snel een blik van herkenning. Soortgenoten. Collateral damage, veroorzaakt door een veelkoppig monster met de familienaam kanker.

Ik wachtte, zittend op een bank, op mijn partner. Zij was, na een tweede bezoek aan de operatietafel, onderweg naar haar ziekenhuisbed naast een schilderij van Jeroen Krabbé dat hij, gedurende zijn televisiezoektocht naar Vincent van Gogh, gemaakt zou hebben. Passerende gezichten van verplegers, verpleegsters, artsen, en collega-patiënten van mijn echtgenote, lieten zonder uitzondering een blik van herkenning zien.

Het AVL, zoals het Antoni van Leeuwenhoek ook wel genoemd wordt, is een soort dorp. Een aparte, warme samenleving. Eenmaal binnen ben je als patiënt en partner even belangrijk. Opvallend is bovendien dat er altijd tijd is. Tijd om te luisteren, te praten, ervaringen uit te wisselen, te delen en te ondersteunen, zelfs als de dood op de deur klopt.

Elke keer, staand voor de glazen pui van het AVL, nog voor de draaideur zijn werk doet, herken je en wordt je herkent. Vaste gezichten begroeten met een knikje, glimlach of een blik van: jou heb ik hier vaker gezien. Natuurlijk tellen de gezichten van de voor mijn partner bekende patiënten het zwaarst, zéker als zo een gezicht de ziekte niet heeft kunnen verslaan en niet meer aanschuift in het restaurant om de verloren tijd tussen de behandelingen buiten het AVL te bespreken.
Als 'man van' voelt dat schizofreen. Je voelt en lijdt mee, maar bent tegelijk bijna jaloers, want zij hebben een intens en ultrasnel gegroeide band. Zij zijn leden van een select gezelschap,waar je eigenlijk niet bij wil horen, die elkaar gevonden hebben in snelkookpan. Opgejaagd door medicatie, behandelingen en angst voor het onbekende. Zij deelden binnen vijf minuten het gemeenschappelijk lijden. Zij bespraken in een enkel uur alle familie- en gezinsleden.

Als 'man van' voel je, als resultaat van die deling van informatie, een bijna warme familiale blik van herkenning door de vreemde ogen van de medepatiënten bij het begin van de bezoektijd. De trotse bezitterige blik van 'mijn' kankerpatiënte, die als tegenprestatie naar de overkant van de kamer wordt gezonden, voelt even aangenaam. Met diezelfde blik komen zeer ervaren patiënten, uitbehandeld en gesoigneerd, even op bezoek om wat bloed te geven voor onderzoek waarvan zij de positieve uitslag al menen te kennen. Zij zijn de (voorlopig) kankervrijen.

Nieuwe patiënten gedragen zich heel anders. Zij zijn gemakkelijk te herkennen. Vaak stevig hand in hand. Gespannen met gebogen hoofd op weg naar het onvermijdelijke. De enigszins ervaren lotgenoten van mijn partner, die al een deel van de behandeling achter de rug hebben, zijn te herkennen aan een totaal andere houding. Zij lopen trots, rechtop, ontspannen met een doekje op het kale hoofd, door polikliniek en ziekenhuis. Zij zijn op weg naar volledig herstel.

- Jürgen Drieskens